Ingevolge artikel 4.2.15 VCRO is het verkavelen van gronden onderworpen aan de omgevingsvergunningsplicht.
Met de Codextrein 2017 viel de verdeling van een grond waarbij slechts één onbebouwde kavel ontstaat niet meer onder de definitie van verkavelen en de daaraan verbonden vergunningsplicht. Hiermee wou men de administratieve last verminderen voor eigenaars van een woning op een groot perceel die een deel van dat perceel wensten af te splitsen om te verkopen voor de bouw van één woning.
Het Grondwettelijk Hof (arrest nr. 80/2019) besliste op 23 mei ll. tot de vernietiging van deze versoepeling wegens strijdigheid met artikel 23, derde lid, 4° van de Grondwet. Dit artikel waarborgt het recht op de bescherming van een gezond leefmilieu. Aan dit artikel komt een standstill-werking toe. Dit houdt voor de regelgever het verbod in om het beschermingsniveau dat bestaande wetgeving biedt te verminderen zonder reden van algemeen belang.
De versoepeling liet immers misbruik toe. De vergunningsplicht kon worden vermeden door een grote verkaveling op kunstmatige wijze te faseren. Voor omwonenden leidde dit tot een vermindering van de vroegere bescherming in het kader van de aspecten leefmilieu en goede ruimtelijke ordening.
Gevolgen? Een verkavelingsvergunning voor het opsplitsen van een perceel in één bebouwde en één onbebouwde kavel is terug verplicht (oude definitie terug van toepassing). De vernietiging werkt retroactief. Dit kan verregaande gevolgen hebben voor opsplitsingen gedaan in toepassing van de vernietigde versoepeling.
Meer informatie? Raadpleeg onze specialisten ruimtelijke ordening. De full text van het arrest kan u raadplegen via volgende link: https://www.const-court.be/public/n/2019/2019-080n.pdf.
Myriam VAN DEN ABEELE