Met het wijzigingsbesluit van 4 december 2020 grijpt de Vlaamse Regering in om de door haar beoogde efficiëntie en tijdswinst niet te laten ondergraven door de Raad van State. Deze laatste had immers in de lente van vorig jaar het toepassen van verkorte procedures in een groot aantal dossiers van de Raad voor Vergunningsbetwistingen (RvVb) onmogelijk gemaakt. Dergelijke verkorte procedures spelen een belangrijke rol in de door de Vlaamse Regering beoogde efficiëntere administratieve procedures.
Maar wat zijn deze ‘verkorte procedures’ ook alweer? In het Vlaamse bestuursrecht kennen we twee zo’n procedures: de vereenvoudigde procedure en de korte debatten (art. 59/1 en 59/2 Procedurebesluit).
Grof geschat kan de doorlooptijd van een vernietigingsprocedure bij de RvVb 16 tot 17 maanden in beslag nemen. Er zijn beroepen waarbij wel al ver op voorhand kunnen zeggen wat de uitspraak zal zijn en waarvoor het dus onnuttig is om de normale procedures te doorlopen.
Stel dat iemand beroep indient bij de RvVb tegen een vergunningsbeslissing die vervolgens door de deputatie wordt ingetrokken. Dan is dit beroep ‘doelloos’ geworden en kan de vereenvoudigde procedure worden toegepast. Hetzelfde geldt voor gevallen waarbij het beroep ‘klaarblijkelijk onontvankelijk’ is of de RvVb ‘klaarblijkelijk onbevoegd’ is.
Een beroep vereist dan weer enkel korte debatten wanneer, bijvoorbeeld, de verwerende partij een beslissing heeft genomen terwijl de termijn om die te nemen reeds was verstreken.
Het Meander-arrest van 5 maart 2020 gooit roet in het eten
Eerder dit jaar bracht de Raad van State duidelijkheid in een discussie die reeds enige tijd heerste omtrent de toepasselijkheid van deze verkorte procedures op aparte vorderingen in plaats van op het beroep in zijn geheel.
Kort samengevat draaide het debat om deze vraag: wanneer in hetzelfde verzoekschrift zowel de schorsing als de vernietiging van de bestreden vergunningsbeslissing wordt geëist, kan de RvVb dan een verkorte procedure toepassen op de schorsingsvordering alleen? Stel dat de schorsingsvordering van de verzoeker een duidelijk gebrek aan hoogdringendheid vertoont, kan de RvVb dan beslissen om die schorsing versneld uit de rechtsgang te laten verdwijnen om dan de nog hangende vernietiging via de gewone procedure te behandelen?
De RvVb ging er traditioneel van uit dat dit mogelijk was. Maar daar dacht de Raad van State anders over. In het arrest van 5 maart 2020 oordeelde de Raad van State dat een verkort traject enkel mogelijk is voor het geheel van de vorderingen in een verzoekschrift.
Dit betekende dat zelfs wanneer een schorsingsvordering overduidelijk doelloos is, de RvVb deze toch niet versneld kan afhandelen en meteen doorgaan met de vernietigingsvordering. Neen, de RvVb moet eerst de hele gebruikelijke schorsingsprocedure doorlopen. Een verkorte procedure zou volgens de RvS in het Meander-arrest enkel toepassing kunnen vinden als ook de gevorderde vernietiging doelloos (of onontvankelijk, etc.) is.
Het wijzigingsbesluit van 4 december 2020: de Vlaamse Regering grijpt in
Aangezien het efficiënter maken van de Vlaamse administratieve procedures een expliciete beleidsdoelstelling van minister Zuhal DEMIR is, moest de Vlaamse Regering wel reageren.
Het besluit van 4 december 2020 (BS 27 januari 2021) voegt een tweede lid toe aan artikel 59, §1 Procedurebesluit dat stelt:
“Wanneer een verzoekschrift een vordering tot schorsing, als vermeld in artikel 40, §1, van het decreet, en een vordering tot vernietiging bevat, kan een verkorte procedure worden toegepast op deze vorderingen gezamenlijk of op een van die vorderingen afzonderlijk.”
Dit besluit trad in werking op 6 februari 2021. Sindsdien kan er dus geen discussie meer bestaan, de verkorte procedures kunnen zonder twijfel worden toegepast op een afgesplitste schorsingsvordering.
Op alle vorderingen die werden ingediend voor de inwerkingtreding van het wijzigingsbesluit is evenwel de oude versie van artikel 59, §1 Procedurebesluit van toepassing. Wat betekent dat de RvVb voor geen van die beroepen kan besluiten om de schorsingsvordering die samen met de vernietigingsvordering in hetzelfde verzoekschrift wordt gevorderd afzonderlijk te behandelen overeenkomstig een verkort traject.
De impact van het Meander-arrest op de door de Vlaamse Regering beoogde efficiëntie- en tijdswinst zal dus nog een hele tijd voelbaar zijn.
Bronnen:
Rechtspraak:
RvS 5 maart 2020, nr. 247.221;
RvVb 20 juli 2019, nr. RvVb/S/1819/1257.
Wetgeving:
Decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges;
Besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges;
Besluit van de Vlaamse Regering van 4 december 2020 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat de verkorte procedure betreft.
Andere:
Beleidsnota Justitie en Handhaving 2019 – 2024.
Auteur: Bert Van Cauter