Zoals reeds in een vorig blogbericht gesteld heeft de Federale Regering, ondermeer in samenspraak met de Risk Management Group (RMG) en het Wetenschappelijk Comité Coronavirus, een aantal stringente maatregelen genomen om de verspreiding van het COVID-19 virus tegen te gaan en zodoende maximaal de gezondheid van de bevolking te beschermen.
Gezien de impact van bovenstaande maatregelen, die eveneens merkbaar zijn in het omgevingsrecht, ziet de Vlaamse Regering zich genoodzaakt een aantal procedurele maatregelen te nemen teneinde de rechtszekerheid voor burgers en ondernemingen en de continuïteit van de openbare dienstverlening te garanderen in tijden van het COVID-19 virus[1].
Op 27 maart 2020 werd het procedureel kader uit de Vlaamse materialen- en bodemwetgeving versoepeld, middels het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van artikel 5 van het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, wat betreft de Vlaamse materialen- en bodemwetgeving (hierna het “Besluit COVID-19”).
Dit besluit met ingang vanaf 27 maart 2020[2] tracht de bovenvermelde gevolgen van de federale maatregelen inzake het COVID-19 virus, op de Vlaamse materialen- en bodemwetgeving op te vangen.
Een overzicht van de genomen maatregelen vindt u hieronder.
Binnen het bodemdecreet en het VLAREBO worden volgende wijzigingen aangebracht:
Binnen het besluit betreffende de dierlijke bijproducten worden volgende wijzigingen aangebracht:
Binnen het VLAREMA werden volgende wijzigingen aangebracht:
De termijnen hierboven vermeld in (i), (ii) en (iii) kunnen worden verlengd voor zover de verlenging de (voorlopige) einddatum van de noodsituatie, zijnde 17 juli 2020[11], niet overschrijdt. Het ministerieel besluit tot verlenging wordt bekendgemaakt door (i) een bericht in het Belgisch Staatsblad, (ii) een publicatie op de website van OVAM.
De Vlaamse Regering heeft aldus een aantal termijnen in het kader van de Vlaamse materialen- en bodemwetgeving verlengd en aantal verplichtingen versoepeld, doch belangrijk zal blijven de termijnen, evenals mogelijke nieuwe wetgeving goed op te volgen.
Jeroen DEBAECKE
[1] Nota aan de Vlaamse Regering, doc. Vlaamse Regering 0286/1.
[2] Artikel 10 Besluit COVID-19.
[3] Artikel 2 Besluit COVID-19.
[4] Artikel 3 Besluit COVID-19.
[5] Artikel 4 Besluit COVID-19.
[6] Opgelet bezwaren ingediend tussen 27 maart 2020 en 24 april 2020 zijn toegelaten.
[7] Artikel 4, 3e lid Besluit COVID-19.
[8] Artikel 5 Besluit COVID-19.
[9] Artikel 6-8 Besluit COVID-19.
[10] Voorlopig 17 juli 2020, zie Artikel 3 Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, zoals vermeld in het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid.
[11] Artikel 3 Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, zoals vermeld in het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid.